11 november 2008

MTB TT Bruyelle - 11/11/2008

Nummer twee van de November Bike Week: de steengroeve bij onze Waalse vrienden. Onderweg nog even een VW Golf bestudeerd, vooral hoe hij erin geslaagd was om zich midden het rond punt te parkeren, aan de overkant van de gracht en dit zonder al te veel schade. Twee flashy Volvo's met veel blauw en oranje kerstverlichting deden net hetzelfde, zij keken nog even in de wagen om zeker te zijn dat daar niemand meer inzat, waarschijnlijk met de nadruk op "zat".

Ondertussen al twee jaar geleden maar toen ik daar aankwam wist ik het weer, hier wordt je als biker verwend door een organisatie die begint met je welkom te heten terwijl je nog in je auto zit. Parkeerwachters zorgen ervoor dat elk plaatsje op de parkeerterreinen gebruikt wordt en iedereen staat er met de glimlach en een kwinkslag klaar om je te helpen. Straf en leuk.

Bleek dat ik de eerste van de forumbende was en met een kopje koffie in de hand zag ik de ene na de andere landen op de parking, alleen Motorbiker en Lisalized bleken er niet te zijn. Toen iedereen ingeschreven was belden we vlug nog even om zeker te zijn en ja hoor... het was nog altijd platte rust in huize Motorbiker.

Vertrokken en nog geen honderd meter ging het op een vettig stukje een drietal meter omhoog. Hier kregen ze me een eerste keer op de knieen. Fritsie probeerde me nog te helpen (of toch minstens om mijn bike boven te helpen), maar ik raakte niet uit mijn linkerpedaal, wat het een hoog slapstick gehalte gaf, vooral toen ik dus op mijn rechterknie terug naar beneden ging.

Langs de Schelde kwamen we langs een paar vreemde bouwwerken, wat onze Cowboy toch eventjes nieuwsgierig maakte: "Zeg eens Moustache, wat is dat hier?" vroeg hij. Ik beloofde dit op te zoeken en het blijken dus oude kalkovens te zijn...

Enfin, we gingen de brug over de Schelde om in kolonne door Calonne naar Vaulx te rijden, waar we langs de ruines van het kasteel der Prinsen het kasseibaantje bereikten om omhoog naar het park te gaan. We deden nog een pad aan met hier en daar een kassei, tot we ontdekten dat het eigenlijk gewoon een kasseibaantje was, met hele brede voegen! En dan het bos van la Grande Mer binnen. Een singletrack, die ons recht naar de steengroeves leidde. Ze hebben daar geen gebrek aan groeves, wat duidelijk werd toen we de ondergrond bekeken. Grind, grind en nog eens grind. Niet van het soort wat je op tuinpaden vindt, maar de grovere uitvoering hiervan.

De eerste steengroeve eigenlijk gewoon langs, met weinig klimmen en ik was eventjes in de war. Waar waren die huizenhoge trucks en bulldozers gebleven? Zelfs al waren ze elders geparkeerd, je zou ze nog vinden, zoiets stop je niet weg achter een boompje! Maar toen we na een paar honderd meter asfalt weer door een hek gingen, stonden daar de waarschuwingsborden, die je aanraadden om voorzichtig te zijn. Dit was het terrein van Cimescaut, de steengroeve met een terril-annex. De afdaling ging goed en we hielden natuurlijk weer even halt bij de bobcatjes die daar stonden. Fascinerend. Moest ik zo'n machine door mijn straat sturen, dan maaide ik de brievenbussen aan beide kanten van de straat mee!

Jammer genoeg moesten we hier meer omhoog dan we gedaald hadden. Je daalt de steengroeve halverwege naar beneden en dan terug naar boven en in de vlucht ook nog eens de terril ernaast erbij. Toen ik bovenkwam bleek ik even de verkeerde pijlen te volgen (die van de wandeltocht), maar die gingen evengoed naar boven, zelfs iets steiler op het eind. En dan kwam het moment waarvoor we het doen: de afdaling.

Ik herinnerde mij de beelden van de Cowboy op zijn zij twee edities geleden, dus ging ik zachtjes naar beneden. Ik moet zo'n 40 per uur gehaald hebben, toen ik aan mijn voorste naaf een vreemde activiteit zag. Zowel links als rechts ging zowel de spanbout als de andere kant traagjes naar buiten, tot ze elk langs een kant eraf vielen. MIJN VOORWIEL ZAT LOS!

Ik kon nu niet volop remmen, want deze afdaling met putten en grote keien zou mijn voorwiel van de grond kunnen halen, wat nefast zou zijn. Ik ging over mijn stuur hangen om het wiel op de grond te houden en probeerde zachtjes te remmen, wat lukte. Gelukkig was daar de eerste bevoorrading, die voor mij trouwens ook de laatste zou zijn.

De pechdienst bracht me terug naar het vertrekpunt, waar ik samen met een andere pechvogel de douches indook. Jammer, jammer, maar toch weer flink wat geluk gehad. Gewacht op de anderen en dan vlug naar huis om het machien weer in orde te maken voor vrijdagavond in Torhout.

Bruyelle, tot volgend jaar voor de volle rit.

Geen opmerkingen: