Een koppel had daar gisteravond in alle rust hun kampeerwagen geparkeerd en ze hadden waarschijnlijk een rustig ontbijt gepland. Toen al die bikers en renners op de parking aankwamen was hun rust voorbij. We gingen inschrijven en Traxer bekeek even het parcours dat daar op een bord hing. "Allemaal plat en naar beneden, ik heb het gezien" zei hij (Een Traxer mag je ook niet altijd geloven).
We vertrokken en het daalde flink. De korte mouwtjes en de frisse wind deden me even vrezen dat ik een verkeerde keuze had gemaakt, maar het eerste beetje vals plat warmde de armpjes flink op. Falco en ikzelf bleven om beurt kop trekken, kwestie van het tempo wat te drukken en ervoor te zorgen dat we zo lang mogelijk samen bleven, maar toen we Westouter naderden konden we de geweldige overmacht achter ons niet meer temperen.
De flanken van de Mont Noir waren slechts licht golvend, maar de reusachtige antenne boven op de Catsberg bleef maar dichter en dichter komen. Toen we daar uiteindelijk echt begonnen te klimmen, waren we al met de helft meer. Toen wij nog klommen zaten de anderen al aan het buffetje van de eerste bevoorrading. Wij kregen zeventien seconden en Slijkske riep "Kom Moustache, we zijn weer weg". Ik wuifde even en bestudeerde nog even een sinaasappelpartje en proefde wat de combinatie met een beetje sirop de menthe gaf.
Met een kleine achterstand gingen we er weer vandoor. Dieter reed net voor me tijdens de afdaling, wat geen slechte keuze was: een MX-er kan wel spoor kiezen. Even verder toen we de trappen van de Mont Noir naar beneden vlogen aan een razende vaart kon ik perfect volgen, maar moest ontdekken dat zijn remtechniek iets efficienter was dan de mijne. Het scheelde geen haar of Dieter kreeg daar een duwtje van een mindere god.
We gingen verder en het heuvelland is inderdaad de juiste benaming voor deze streek. Ik dacht nog even aan de parcoursverkenning en toen ik soms zocht waar het naar beneden ging, moest ik achter me kijken, want hier en daar was het toch serieus stampen. Gelukkig lag het droog. Op die ene strook na, maar, who cares.
Terug de Catsberg op voor de tweede bevoorrading, waar ik nu eens de combinatie van chocolade en sirop de menthe heb geprobeerd. Niet echt een aanrader. Opnieuw vertrokken en langs de snelweg tot op een oude spoorbedding richting Godewaersvelde, waar we een stukje zo mooi vonden dat we het twee keer deden. Iedereen vond die single-track vlotter rijden dan het weggetje rechts, waardoor we in groep het pijltje hadden gemist. Op het einde terug en dan over de heuvel om uiteindelijk toch weer op de oude spoorbedding te arriveren.
Voor mij reed Falco en een stukje daarvoor een biker van de Cassel. Ik haalde Falco in en begon een beetje te jagen. Tegen de tijd dat we op het einde van de track kwamen hadden we hem bijgebeend en voorbijgestoken. Even een opstopping toen een plaatselijke landbouwer een veldwegel blokkeerde met zijn tractor, maar dan gingen we rechts, omhoog naar Boeschepe.
Na tweehonderd meter kwam die Casselaar wel weer voor mij rijden zeker. Ik (ja, ik) ging op de grote plateau en ging er weer achteraan. Ik moest en wou hem nog terugpakken voor we de parking opreden en bleef op de grote plateau bergop rijden en slaagde in het opzet.
Het zonnetje scheen en in geen tijd hadden we ons geinstalleerd op het gras met een broodje en iets fris en de rest kwam geleidelijk ook aan. Het was zo leuk dat we zeker drie keer het plan opgevat hebben om te vertrekken, terwijl we rustig bleven zitten.
Mooi ritje, mooi weer en best een goede organisatie.
Gereden Afstand: 50.42 km
De rest van de statistieken zijn niet voorhanden (zoals ik al eerder zei, een GPS kan je niet altijd geloven)
Nog eens bedankt aan SuPaH Fly om me zijn bike te laten gebruiken, terwijl ik wacht op een nieuwe voorvork.
http://www.hinnaert.net/KML/2009Boeschepe.kml
Grotere kaart weergeven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten